Boven de velden, waar de laatste zonnestralen de horizon kleuren met warme tinten, beweegt een enorme zwerm spreeuwen als één levend wezen door de lucht. De vogels draaien, dalen en stijgen in perfecte synchronie, een adembenemend schouwspel van natuurlijke harmonie. Tussen hen vliegt een jonge spreeuw, die met sierlijke bewegingen zijn plek in de zwerm zoekt. Zijn naam is Kael.
Kael voelt de wind langs zijn vleugels strijken terwijl hij zich laat meevoeren in het ritme van de zwerm. Hij is klein, maar krachtig, en zijn ogen volgen de bewegingen van de spreeuwen om hem heen. Toch is het niet alleen wat hij ziet dat hem leidt. Het is iets diepers, iets onzichtbaars: een subtiele trilling, een frequentie die door de lucht reist en hem vertelt wat er gaat gebeuren nog voordat het gebeurt.
De Harmonie van de Zwerm
Kael maakt een scherpe bocht naar links, precies tegelijk met de vogels voor hem. Hij hoeft niet na te denken, n